daniels.reismee.nl

Goodbye my lover

'Groots en meeslepend wil ik leven!
hoort ge dat, vader, moeder, wereld, knekelhuis!

de jongen kijkt door de geopende ramen
waarlangs de wereld slaat; zonder zich te beraden
stapt hij de deur uit, helder en zonder vrees.'

Uit: Hendrik Marsman, De grijsaard en de jongeling

Het is donderdag 23 juni 2011. Laat op de avond kom ik aan op een verlaten Indira Gandhi International Airport. Na ruim acht uur te hebben gebivakkeerd in een niemandsland tussen mijn vertrouwde thuishaven en het grote onbekende, sta ik ineens met beide benen op Indisch grondgebied. Het dringt nog niet goed tot me door. Dit uitgestorven marmeren paleis is het portaal naar mijn nieuwe wereld. Hier zal mijn leven opnieuw lijken te beginnen en mogelijk voor goed veranderen. Buiten aangekomen valt de eerste Indische lucht die ik inadem als een warme deken over me heen. Overal staan mensen met borden. Borden met namen van mensen die net als ik de reis naar deze metropool hebben ondernomen. Ook hun verhaal begint hier. Het mijne begint op het moment dat Achal en Ishitaa mij opmerken en me verwelkomen in India. Overspoeld door nieuwe indrukken volg ik hen op weg naar de auto, niet wetende wat me te wachten zou staan.

Het is zondag 7 augustus 2011. Laat op de avond zal ik vertrekken naar een waarschijnlijk drukker Indira Gandhi International Airport. Na ruim acht uur bivakkeren in een niemandsland tussen mijn nieuwe leven en het oude, zal ik voor het eerst sinds anderhalve maand voet zetten op vertrouwd Nederlands grondgebied. Het dringt nog niet goed tot me door. Het levendige Amsterdam Schiphol is het portaal naar mijn nieuwe wereld. Hier zal mijn leven opnieuw lijken te beginnen en mogelijk voor goed veranderen. Hoewel, vooralsnog lijkt het allemaal nog zo bekend.

Ik kijk naar mijn tas en zie het verschil. Zes weken geleden landde ik in India met een overvolle tas. Ik dacht dat ik alles bij me had. Nu weet ik dat ik het meeste niet eens had kunnen meenemen. India heeft mij een schat aan ervaringen en indrukken gebracht waar elke tas te klein voor is. Desondanks heb ik een extra tas moeten kopen om in ieder geval een fysiek stukje India mee terug te kunnen nemen. Voor de ware rijkdom heb ik geen tas nodig: die zit vanbinnen. Ik keer terug en laat hiermee een leven achter me. Een leven waarin ik op de hoogste toppen heb gestaan en in diepe dalen gevallen ben. Een leven waarin ik vele mensen ontmoet heb, elk met hun eigen rol en verhaal. Sommigen zullen later (helaas) niet meer dan een voetnoot in mijn verhaal blijken te zijn. Anderen hebben een grote stempel op mijn leven gedrukt en zullen dit mogelijk (in herinnering) blijven doen. Ik heb de kans gekregen om kennis te maken met een land dat me altijd weer wist te verrassen in zowel de positieve als de negatieve zin. Ik koester haar monumenten en verafschuw haar sloppenwijken. India leeft en ze heeft me haar meest menselijke kant getoond.

Dit alles komt tot de kern van dat wat ik ervaren heb. Mijn verhaal is voor mij in wezen een diep menselijke ervaring. India is een ontzettend menselijk land: wonderschoon en ontzettend imperfect tegelijk. Er is zoveel pracht en praal, maar tegelijkertijd ook zoveel ellende. India is onmogelijk, maar daarom tegelijkertijd ook weer fascinerend. India maakt je helemaal gek, maar tegelijkertijd kun je haar ook met liefde in de armen sluiten. India heeft zoveel adembenemends te bieden als is het aan jezelf om die schoonheid te ontdekken. Wanneer je India op haar best wilt zien, is het een kwestie van ervoor open staan en het beleven. Je krijgt er wat onvergetelijks voor terug.

Nu ik op de drempel van vertrek sta, rest mij nog een afscheidsboodschap van dankbaarheid aan het land dat mij zoveel gegeven heeft. Ik kan niet ontkennen dat ik verliefd ben geworden op dit land en het voelt voor mij dan ook alsof ik een geliefde moet achterlaten. De waarheid leert me dat ik niet alleen een geliefde, maar in feite een heel leven achter me laat. Hoewel de volgende boodschap ietwat narcistisch kan overkomen voor een buitenstaander, is het voor mij een complete beschrijving van hetgeen ik hier ervaren heb:

I LOVE I

Ik hoop dat ik iets waardevols heb teruggegeven. Via deze weg wil ik ook iedereen bedanken die mij via dit blog heeft gevolgd, geschreven en gesteund. Ik waardeer het zeer, al is het voor mij onmogelijk om iedereen individueel te gaan bedanken. Daarom doe ik het op deze manier.

Door de geopende ramen kijk ik naar buiten. Een nieuwe wereld strekt zich uit tot ver voorbij de horizon. Vastberaden en zonder angst zet ik de volgende stap in het verhaal dat ik zelf geschreven heb. Nederland, ik kom eraan!

On the Borderline

Vorige week heb ik voor mezelf een grens getrokken en het asiel met pijn in het hart de rug toegekeerd. Dit wilde echter niet zeggen dat ik op andere vlakken mijn grenzen niet meer kon verleggen. Integendeel, in de anderhalve week die me nog restte wilde ik vooral gebruiken om nog wat moois van Incredible India mee te pikken. Ik kan jullie vertellen dat dit geslaagd is.

Wat doe je als je gezamenlijk ontslag neemt? Dan pak je de auto en trek je erop uit! Toevallig had Piyush (ex PR-manager en stagebegeleider van het asiel die ook ontslag genomen heeft) een auto thuis staan. Samen met de andere afvalligen Alysson en Ezgi vertrokken we met zijn vieren in de hele vroege ochtend richting het noorden. Als eerste bestemming stond Amritsar op het programma. Deze stad nabij de Pakistaanse grens herbergt een monument dat qua schoonheid niet onder doet voor de Taj Mahal. Harmandir Sahib, beter bekend als de Golden Temple, is een tempel van puur goud en vormt het belangrijkste religieuze bouwwerk voor het sikhisme. De tempel is echter vrij toegankelijk voor mensen van alle nationaliteiten en godsdiensten en vormt hiermee een toeristische trekpleister voor mensen over de hele wereld. De ware schoonheid van de Golden Temple dringt pas tot je door als je het met eigen ogen ziet. Gelegen in een meer is dit baken van goud een monument waar elke Sikh met recht trots op kan zijn.

Vanuit Amritsar vertrokken we naar de nabijgelegen Pakistaanse grens. Hier wordt elke dag in de namiddag een ceremonie gehouden tussen India en Pakistan die iedereen kan bijwonen. Na grondig gecontroleerd te zijn door de vele beveiliging waren we getuige van een erg indrukwekkende ceremonie. Beide landen hebben hun eigen ceremonies die slechts enkele tientallen meters van elkaar plaatsvinden. Voor ons was Pakistan zichtbaar en omgekeerd was dit ook het geval. Het enige dat beide landen van elkaar scheidt is een groot hek. Tegen het einde van de ceremonie ging dit hek open en na wat militaristisch machtsvertoon werden de vlaggen van beide landen gehesen. De ceremonies vormen enerzijds een competitie tussen beide landen, maar zijn anderzijds ook een uiting van vreedzame betrekkingen tussen beide landen, in dit grensgebied welteverstaan. Het schouwspel doet namelijk wat vreemd aan als ik me bedenk dat op hetzelfde moment zich in Kashmir nog altijd een slepend grensconflict tussen beide landen en China voortsleept. Het geeft goed weer hoe arbitrair een menselijke creatie als een grens wel niet is en hoe groot de gevolgen hiervan kunnen zijn. In ieder geval doet het me goed om te zien dat er ook grenzen zijn die mensen niet alleen van elkaar scheiden, maar ze via een dergelijke ceremonie ook kunnen binden.

We vervolgden onze weg naar het grotere werk: de Himalaya. Het echte ‘Dak van de Wereld' ligt niet in India en was zodoende onbereikbaar was voor ons, maar dit wil niet zeggen dat de Himalaya ook in het begin niet al indrukwekkend is. Onze bestemming was Dharamsala, bekend vanwege het feit dat de dalai lama (geestelijk leider van Tibet) hier woont nadat de Chinezen hem enkele decennia geleden uit Tibet verjaagd hebben. We hebben zijn huis van een afstand kunnen zien, maar volgens mij was hij niet thuis. Tevens is de Tibetaanse regering in Dharamsala gehuisvest.

In Dharamsala zelf is niet bijster veel te zien, maar dit geldt zeker niet voor het gebied eromheen. Het gebied wordt in de volksmond ook wel ‘Klein Lhasa' genoemd, waarbij Lhasa een verwijzing is naar de hoofdstad van Tibet. Vele duizenden Tibetaanse migranten wonen in dit gebied en de Tibetaanse en boeddhistische invloeden zijn overduidelijk aanwezig. We brachten een bezoek aan het Tibetaans museum dat naast de een grote boeddhistische tempel is gevestigd. Dit kan met recht een eyeopener genoemd worden. Hier wordt eens goed duidelijk hoe ernstig de aard van het conflict tussen Tibet en China wel niet is. China toont zich van haar slechtste kant met het al 60 jaar onderdrukken van Tibet onder het mom van een ‘afvallige provincie'. Tibet is een land met een geheel eigen geschiedenis en cultuur en zonder al te veel tegenwerking is dit onder het Chinese tapijt geveegd. China ging ver over haar eigen grenzen met dit stukje modern imperialisme. De wereld keek toe, maar nam geen actie op het ‘veroordelen' van China na. Bedenk eens wat er zou gebeuren als Nederland Luxemburg zou binnenvallen en als een ‘afvallige provincie' zou annexeren. Ik durf te wedden dat dit heel wat meer roering met zich mee zou brengen. In ieder geval is het tragisch om te zien hoe een vreedzaam land met zo'n rijke cultuur haar vrijheid grotendeels heeft moeten inleveren en dat een deel van de bevolking zelfs gevlucht is naar India en andere landen. De dalai lama, geïnspireerd door het vreedzame verzet van Mahatma Gandhi, wordt in de Chinese propaganda nog altijd beschouwd als ‘een wolf in schaapskleren' en gezien als staatsgevaarlijk. Een regeringsleider of staatshoofd die hem wil ontvangen kan rekenen op een reeks aan bedreigingen van Chinese zijde voor het inmengen in ‘interne' zaken. Denk ook nog maar even terug aan onze voormalige premier Balkenende die om deze reden de dalai lama niet wilde spreken. Wat een held is het toch. Dit alles riep bij ons op om ook een boodschap achter te laten voor een vrij Tibet, die te zien zal zijn in de volgende fotoserie.

Naast de indrukwekkende Tibetaanse invloeden, inclusief het ontzettend lekkere eten, is ook de schoonheid van de Himalaya ons niet ontgaan. We hebben een bezoek gebracht aan een waterval aan het begin van de Ganges rivier. De weg ernaar toe leidde ons door een prachtige vallei met een goed uitzicht op de rivier. We besloten af te dalen om ons daadwerkelijk in de natuur te begeven. Om middenin de Ganges te staan uitsluitend omringd door natuur in een mistig landschap is een machtige ervaring. Even heb je het gevoel dat je een plek hebt ontdekt waar de menselijke beschaving nog geen vernielingen heeft kunnen aanrichten. Dit wordt versterkt als ik me bedenk dat deze pure en schone rivier dezelfde Ganges is die later vervuild wordt door afval, dode lichamen en wat mensen er al niet meer ingooien. Even ben ik de mensheid te snel af en kunnen we genieten van een nog mooi stukje ongerepte natuur. Absoluut hoogtepunt (of koeltepunt) was een duik in het water van de ijskoude waterval. De temperatuur lag rond de 5 graden Celsius, maar de ervaring om de kou te overwinnen en opnieuw mijn eigen grenzen te verleggen was fenomenaal en gaf ons een gevoel van onoverwinnelijkheid. Ineens begin ik wat beter te begrijpen waarom mensen meedoen aan de Nieuwjaarsduik, hoewel ik het landschap hier toch wat interessanter vind.

Na een enerverende dag tussen de natuurlijke schoonheid van de Himalaya en de Tibetaanse invloeden, vertrokken we de volgende dag voor de ruim 500 kilometer lange trip terug naar Delhi. Onderweg stopten we nog regelmatig en al met al hebben we in deze in totaal ruim 1200 kilometer lange trip een hoop gezien van het echte India. Wanneer je de hectische en verwesterende metropool Delhi verlaat ontdek je de ware aard van het land pas echt. Hier zie de vele dorpjes, waar alle tradities en religieuze dogma's nog volop aanwezig zijn. De autotrip maakte het voor ons mogelijk om met dit alles veel directer mee geconfronteerd te worden dan het geval is in een vluchtige trein of voortkabbelende bus die alleen stopt als het de chauffeur uitkomt. Hier waren we onze eigen baas en van dit voordeel hebben we dan ook volop gebruikt gemaakt.

Ik kan jullie vertellen dat de hele trip voor mij een opnieuw grensverleggende ervaring was, waarbij ik ook geconfronteerd ben met enerzijds de vreedzame Pakistaanse grens en anderzijds het onderdrukte Tibet omdat China haar eigen grenzen niet kent. Voor mij was het de laatste grote trip voordat ik de volgende keer zelf de grens over ga, op naar de grenzen van het vertrouwde Nederland.

Ik wil afsluiten met een uitspraak van de dalai lama die mij inspireerde, zeker gezien onder de omstandigheden waaronder Tibet verkeert:

Never give up
No matter what is going on
Never give up
Develop the heart
Too much energy in your country
Is spent developing the mind
Instead of the heart
Develop the heart
Be compassionate
Not just with your friends
But with everyone
Be compassionate
Work for peace
In your heart
And in the world
Work for peace
And I say again
Never give up
No matter what is going on around you
Never give up

- HH The XIV Dalai Lama

Een nieuwe weg

Ruim drie weken heb ik doorgebracht in het dierenasiel. Mijn stage begon ik met veel enthousiasme en ik was direct enthousiast over mijn werk en hetgeen ik ermee kon bereiken. Nog steeds ben ik blij met dit werk, maar het asiel heeft het bij mij verbruid. Sorry mensen, maar ik heb te vroeg gekraaid. De geoliede machine die ik eerder beschreef blijkt uitermate roestig van de binnenkant en geregeld laat hij het afweten. Dit is misschien interessant voor een project dat focust op het verbeteren van dierenrechten, maar uitermate frustrerend als je het met lede ogen moet aanzien en niet in staat bent om het te veranderen.

Waar te beginnen? Laat ik eerst maar eens de problemen binnen de medische staf aan de kaak stellen. Hoewel de dokters hier zeker deskundigheid bezitten en de beste bedoelingen hebben, ontbreekt de regie. Er is geen duidelijke leider en als gevolg is het nogal een zooitje waarbij geregeld collega's elkaar een mes in de rug steken. De dokters zijn jong, de meeste zijn pas afgestudeerd en het lijkt er soms op dat er af en toe met de dieren geëxperimenteerd wordt als gevolg van een gebrek aan ervaring. Dit gebrek aan ervaring, leiderschap en collegialiteit is naar boven gekomen na een incident tussen de medische staf en de PR-manager die tevens onze stagebegeleider is. Zijn puppy was ziek geworden en hij had haar naar de medische staf gebracht. Deze verklaarde dat het om een ziekte met een voor haar dodelijke afloop ging. Desondanks kreeg ze enkele injecties die er heel misschien nog iets van zouden kunnen maken. Toch waren ze er heilig van overtuigd dat er niks meer aan te doen was. Hij wilde het niet opgeven en is stad en land (hoewel het hier voornamelijk stad is) afgereisd voor andere dokters die wellicht met meer hoopvolle berichten zouden kunnen komen. Uiteindelijk vond hij een ervaren dokter die stelde dat ze slechts een hondengriepje had opgelopen en er dus weinig aan de hand af. Desondanks is ze overleden, niet als gevolg van de ziekte maar als gevolg van de injecties die het asiel haar gegeven heeft. De dokters in het asiel verklaarden echter allemaal dat zij het juist hadden en de andere artsen fout zaten. Slechts na de medische rapporten onder ogen te hebben gekregen, stelden ze dit bij. Tragisch is dat deze pup ongetwijfeld niet het enige slachtoffer is van een dergelijke medische blunder. Vandaag zij, morgen een ander.

De verzorging van de dieren is sober en niet toereikend genoeg. Er wordt gevoed en schoongemaakt, lang niet altijd even goed, maar dat is het dan ook. De liefde en passie voor het werken met dieren ontbreekt. Vooral de honden die er fysiek minder aan toe zijn ontbreekt het aan elke vorm van aandacht. Ze worden gezien als objecten, lastig en indien ze verplaatst moeten worden gaat dit ook op een zeer dieronvriendelijke manier. Zijn er vrijwilligers die een ketting om hun nek willen en tientallen meters over de grond willen worden gesleept? Juist ja. Verblijven worden achterstallig onderhouden en ik kan op mijn hoofd gaan staan en Vader Jacob zingen, maar wat is er veranderd na vier (!) keer klagen over niet werkende ventilators? Helemaal niets, zelfs niet als ik de meest exotische Hindische woorden uit mijn hoofd probeer te leren in de hoop dat dit wel iets uithaalt. Iedereen gaat zijn gang, maar opgeteld gebeurt er vrijwel niks. Vooralsnog is het voor mij een optelsom van onmacht.

Het meest schijnende probleem zit hem echter in de leidinggevenden. De afgelopen week is het een komen en gaan geweest van managers, weinig continuïteit dus. Er was hoop voor ons toen de twee belangrijkste personen binnen de organisatie waaronder de oprichter weer in het land bleken te zijn. Aanvankelijk ontmoetten we alleen de jongste van de twee zussen. Ze bleek zacht gezegd een ietwat pittige tante te zijn. Desondanks had ze het goede streven om het optimale uit ons verblijf te halen en deed ze een goede poging ons efficiënter en effectiever te laten werken. Vergeleken met haar zus en de oprichter van de organisatie achter het asiel zou ze echter nog een lievertje zijn. Dit bleek voor ons absoluut waar.

Onze ontmoeting met de grote baas kan ik met recht een politieke aardverschuiving noemen. Hoewel ze weinig politiek correct was in haar onderhoud met ons, was die aardverschuiving dermate groot dat ik na afloop toch wel even naar de grond moest kijken om te kijken of ik er nog wel echt stond. Respectloos en ontluisterend zijn de termen die zijn blijven hangen na een confrontatie met een orkaan die hier helaas nog de baas is ook. Haar monoloog (aangezien een andere mening haar vrijwel niet interesseert) was een aaneenschakeling aan onjuiste en ononderbouwde beweringen waarbij elke vorm van respect ontbrak. Waar mijn verwachtingen van deze dame hoog waren, blijkt ze niets meer te zijn dan een zelfgenoegzame autocraat die pronkt met haar macht en zogenaamde alwetendheid maar ondertussen een oneerlijke, ongemakkelijke en bovendien leugenachtige werksfeer voor ons heeft gecreëerd. Op het menselijke vlak is ze voor mij volledig door de mand gevallen. Haar omgang met mensen of in ieder geval met haar gasten die vanuit de andere kant van de wereld komen om in haar zogenaamd geweldige asiel te werken is volledig respectloos en ronduit vernederend. De kern van haar betoog draait om te hoge verwachtingen en eisen die bij ons niet bekend waren, wat simpelweg niet eerlijk is. We zouden bijvoorbeeld nooit op tijd komen. Vertel ons eerst eens hoe laat we er dan zouden moeten zijn, dit is nooit gebeurd. Van de werkzaamheden die we deden zou helemaal niks deugen, al bleek dit elke keer weer een geval van onkunde of onwetendheid te zijn. Dit voelde net alsof ik een examen Chinees aan het doen was en dat er zonder voorbereiding van me verwacht werd dat ik een 10 zou moeten halen. Tegelijkertijd vond ze ook dat we helemaal niks deden (lekker tegenstrijdig) en iedereen zou over ons klagen, inclusief de PR-manager. Hier wist ik dat dit niet waar was omdat ik hem te goed ken om te weten dat hij wel tevreden met ons is en anders zeker niet zou gaan klagen tegen haar. Sterker nog, hij is een aantal dagen geleden zelf opgestapt na een onderhoud met dezelde baas waarin hij precies soortgelijke verwijten kreeg. Ze ging volledig voorbij aan de realiteit en probeerde ons met oneerlijke verwijten en halve waarheden een loer te draaien. De mooiste was dat ze ons verweet dat we haar nooit eerder ontmoet hadden. Volgens haar zou dat komen omdat wij er nooit zijn, terwijl ze zelf net terug is van een buitenlandse trip van een maand. We zouden werkelijk niks uitvoeren. Iemand die mij gaat vertellen dat ik niks doe, kan me net zo goed vertellen dat ik een vrouw ben, dat ik uit Rusland kom en dat ik blond haar en blauwe ogen heb: het slaat werkelijk nergens op.

Nooit hebben we vanuit AIESEC een duidelijke briefing of doel gekregen, ondanks meerdere verzoeken van onze kant hiertoe. Ook het asiel heeft zich afzijdig gehouden als het ging om doelstellingen en instructies. Vele pogingen hebben we zonder succes ondernomen om meer duidelijkheid te krijgen. Niemand gaf ons een richting, daarom hebben we ons eigen pad gekozen. We zijn binnengekomen, hebben ons dienstbaar opgesteld en de vrijheid genomen die we kregen. Achteraf krijgen we vele verwijten op ons bord die voorkomen waren als er vanaf het begin een heldere communicatie was geweest met duidelijke verwachtingen, doelstellingen en instructies. Niks van dit alles en als gevolg hiervan is op onredelijke wijze de vloer met ons aangeveegd. Nadat de PR-manager er eerder al uitgestapt is, hebben wij als stagiaires ook besloten de stekker eruit te trekken. Ik ben niet naar de andere kant van de wereld gereisd om de vloer met me te laten aanvegen. Hoewel ik het pijnlijk vind voor de dieren hier die wel degelijk liefde en aandacht tekort komen (wat voor onze baas ook onder ‘niks' valt) en waar de eerste prioriteit naar uit zou moeten gaan, is het voor mij onmogelijk om effectief onder iemand te werken die al elke vorm van formeel respect mist. Laat staan dat er binnen in haar dogmatische gedachtegoed ook maar iets anders zit dat minachtig voor haar gasten die voor haar niks meer zijn dan kinderen en afval. Ik citeer maar. Dank je de koekoek, ik kan mijn tijd dan wel beter besteden. Ik zwaai af, maar ik zal niet bij de pakken neer gaan zitten. Het leven gaat door en er zijn nog vele andere paden te bewandelen die hopelijk wel naar waardering en respect leiden. Ik wil India beter achterlaten dan ik het aantrof. The show must go on.

Tijd

Tijd is een relatief begrip. Voor sommigen vliegt de tijd voorbij, anderen zien de tijd met tegenzin voorbij kruipen. Tijd is niet te omvatten, ongrijpbaar en tegelijkertijd onvermijdelijk. Tijd is iets waarvoor we allen buigen en waarvan we slechts kunnen wensen dat we het naar onze hand kunnen zetten. Tijd is onverbiddelijk en tegelijkertijd genadevol. Tijd kan binden en tijd kan scheiden. Je hebt het of je hebt het niet.

23 juni 2011 begon ik aan een bijzondere tijd. Voor ruim zes weken zou ik mijn complete leven opgeven voor een ongewis avontuur in het verre India. Dit leek toen een enorm lange periode en dit was het aanvankelijk ook. Inmiddels zijn we vier weken verder en vraag ik me af waar de tijd gebleven is. Hoe meer ik onderneem, hoe meer ik beleef en hoe meer ik opbouw in mijn nieuwe leven hier, des te sneller lijkt de tijd te gaan. Je probeert erachteraan te rennen tot je ontdekt dat de tijd je altijd vooruitsnelt. Daarom koester ik de gedachte dat ik nog steeds tijd heb. Het is nog niet voorbij en laat dat voorlopig zo blijven.

Aanvankelijk miste ik Nederland enorm. Ik verlangde naar regen, een schone lucht, toiletpapier, niet ontvlambaar voedsel, een enigszins georganiseerde infrastructuur en nog zoveel meer zaken die wij als verwende Nederlanders als vanzelfsprekend beschouwen. Inmiddels voel ik me zonder een inburgeringscursus te hebben gevolgd al aardig geïntegreerd. Ik heb leren leven met de gebreken en geniet van het moois dat India te bieden heeft. Dat is te veel om in zes weken volledig te ontdekken, maar in ieder geval heb ik een begin kunnen maken. Een van de mooiste dingen aan de cultuur hier vind ik dat alle verschillende culturen en godsdiensten vreedzaam naast elkaar leven. Niks geen hoofddoekjesdebat of gezeur over minarettenverboden. Wanneer je de culturele vreedzaamheid van India hebt ervaren, worden dergelijke begrippen een enorme ver-van-je-bed-show. India is in dit opzicht dé definitie van tolerant. Wat ik ook fascinerend vind is dat Delhi ondanks haar grootte een hele veilige stad is met nauwelijks criminaliteit. De grootste gevaren hier zijn het verkeer en verdwalen. Daar valt mee te leven. Anything goes in India, in alle mogelijke opzichten. Ik kan jullie vertellen dat India mijn hart veroverd heeft. Gelukkig is de tijd om te scheiden nog niet gekomen. We gaan gewoon door.

De afgelopen tijd heb ik naast een hoop werk ook geprobeerd zoveel mogelijk van het land te ontdekken. Vorige week heb ik drie dagen de provincie Rajasthan verkend met een grote delegatie internationals ondersteund door AIESEC. AIESEC maakte het nog net wat interessanter door de trein in Delhi te missen. Gelukkig was ik met vijf anderen vooruit gereisd in een vroegere trein en hadden we ruim een halve dag meer om de schoonheid van Rajasthan te ontdekken. We hebben dit weekend een bezoek gebracht aan twee steden: Jaipur en Udaipur. Jaipur staat bekend als 'The Pink City' en kent met het op een berg gelegen Amber Fort een grote toeristische trekpleister. De stad zelf kent ook nog mooie architectuur en het geeft het beeld van een meer landelijk India. Het is echter wel een drukke stad en de verkopers hier zijn erg opdringerig. De term 'no' kent men hier niet. Udaipur is een rustige, idyllische stad gelegen tussen enkele meren waar we ook een boottocht hebben gemaakt. Er zijn een hoop paleizen en als het niet bewolkt was geweest hadden we een prachtige zonsondergang kunnen zien. Het klimaat hier is vele malen aangenamer dan in Delhi: rond de 23 graden en regelmatig regen. Udaipur is een baken van rust vergeleken met de chaos van het overrompelende Delhi. Levend hoogtepunt: een ritje op een kameel. Verder mocht ik me in een park dat we bezochten uitdossen in een traditioneel Indisch outfit. Het resultaat is zichtbaar bovenaan dit blog. Grappig detail was dat ineens niemand van onze groep me aanvankelijk nog herkende. Ik weet dus wat ik voortaan moet doen als ik anoniem over straat wil gaan.

Afgelopen weekend ben ik afgereisd voor een regionale AIESEC conferentie voor alle AIESEC afdelingen voor Noord en Oost India. Deze conferenties schijnen berucht in de positieve zin van het woord te zijn. Elke lokale AIESECer heeft het erover en het riep bij mij het beeld op dat het bezoeken van conferenties ook zo ongeveer het enige is dat ze hier doen. Als zo'n conferentie zelfs hen kan motiveren, moet het wel iets heel gaafs zijn. Ik besloot dus om mee te gaan.

Drie dagen lang zaten we in de buurt van Shimla. Dit is een bergstadje waarvan ik helaas weinig heb gezien. Ik heb echter wel enorm veel van de omgeving gezien. We zaten namelijk in een luxe hotel op de top van een 2500 meter hoge berg. Het uitzicht was fabuleus en de Himalaya was in de verte zichtbaar. De weg ernaartoe was lang. In ongeveer acht uur zit je in Shimla maar om de berg te beklimmen kost nog bijna vier uur. Tijdens onze klim kreeg onze bus een lekke band aan de rand van een ravijn (geen grap!). Gevolg was dat we om zeven uur 's ochtends de bus werden uitgetrapt om te aanschouwen hoe de chauffeurs het wiel verwisselden. Toen bleek dat de bus niet waterdicht was: tijdens een flinke regenbui regende het ook in de bus. Bij een van mijn (Nederlandse) kamergenoten bleek later dat in het bagageruim benzine had gelekt waardoor al zijn kleren naar benzine roken. Never a dull moment in India. Anything goes. Don't take anything for granted. Het zijn lessen die ik hier heb geleerd.

De conferentie was een groot spektakel. Overdag was er een streng regime van sessies voor AIESECers die verwacht werden overal op tijd te zijn en hiervoor zelfs hun bed werden uitgetrapt in de vroege ochtend. Dit moet behoorlijk slopend zijn geweest. Voor de internationals was het soepeler en waren er ook wat sessies, maar deelname aan alle sessies was vrijwillig. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een sessie over cultuurshock. Ik heb mensen ontmoet uit vele landen al was het ook wel leuk om eindelijk twee Nederlanders te ontmoeten die voor een ambassadeursprogramma op doorreis in India zijn. De hoogtepunten waren echter 's nachts. Dan brak het feest los en Indiërs zijn als het om feesten gaat echt compleet gestoord, maar super gezellig. Na het slotfeest gingen we rechtstreeks de bus naar Delhi in om zes uur 's ochtends waar we getrakteerd werden op een achtbaanritje tijdens onze afdaling van de berg. Gelukkig ben ik hier doorheen geslapen, want mijn maag had dit zeker niet kunnen waarderen.

Al met al zie ik dat ik weer een behoorlijk lang verhaal heb getypt. Ik kan nog zoveel meer vertellen, maar ik weet dat jullie niet de tijd zullen hebben om het allemaal in een keer te lezen. Daarom zal ik de ontwikkelingen rond mijn werk maar in een volgend blog stoppen. Tijd om te stoppen!

Project ROAR

Er is eindelijk werk aan de winkel! Nee, ik zeg het verkeerd. Voor mij is er nu eens een keer geen werk aan de winkel, maar toch heb ik genoeg te doen. Na zo'n tien dagen de toerist te hebben uitgehangen, kreeg ik toch wel de behoefte om eens wat productiefs met mijn leven te gaan doen. Mijn stage die bekend staat onder de codenaam ‘Project ROAR (Reaching Out for Animal Rights)' zou eindelijk van start gaan. Het had wat voet in de aarde. Eerst werd mijn begindatum meerdere malen uitgesteld. Vervolgens ondervond ik wat organisatorische moeilijkheden om enigszins geïnformeerd te worden en in contact te komen met mijn Indische werkgever. Met veel kunst en Indisch vliegwerk is het me uiteindelijk gelukt om aan de slag te gaan. Nu ik eenmaal in contact ben met de organisatie zelf, verloopt de communicatie vlekkeloos.

Afgaande op de taakbeschrijving die ik van tevoren heb gekregen en waarop ik het project gekozen heb, bestaat mijn project uit meerdere onderdelen. Mijn onderwerp is dierenrechten in India en door interactie met dieren en dierenrechtenorganisaties is het de bedoeling om hier een goed beeld van te krijgen. Daarnaast zal ik met ideeën moeten komen om dierenrechten meer onder de aandacht te krijgen en te verbeteren. Dit klinkt lekker breed en dit is het ook. Voor mij betekent het dus dat ik er zelf wat van moet gaan maken. In India komt weinig je aanwaaien dus voor mij is de uitdaging om met de middelen die ik heb een zo optimale prestatie binnen de kaders van dit project te leveren. Ik ben dan ook het een en ander van plan.

Het eerste onderdeel van mijn stage is al geslaagd. Sinds vorige week werk ik in een dierenasiel waar vele dieren worden opgevangen. Het asiel wordt gedomineerd door honden en puppies, maar daarnaast leven er ook katten, apen, pauwen, papegaaien, eenden, ezels, geiten, schapen, koeien, paarden, een kameel, kippen, konijnen, ratten en waarschijnlijk nog meer dieren die ik hier nu vergeet. Het asiel wordt gefinancierd door People for Animals, een grote non-profit organisatie die zich focust op het verbeteren van dierenrechten in India. Dit ligt dus helemaal in mijn straatje. De eerste dagen bestonden er voor mij uit om het asiel en alle verschillende dieren te leren kennen. Met sommige dieren ga ik meer om dan met anderen, zo ben ik na eerdere ervaringen geen grote liefhebber van apen. Van alle dieren is vooral het omgaan met de vele puppies een unieke en hartveroverende ervaring. Nog nooit ben ik naar mijn werk gegaan en zo aangenaam begroet als door deze jonge hondjes: elke ochtend krijgen ze het weer voor elkaar mijn werkdag met een grote glimlach te laten beginnen.

Naast het omgaan en verzorgen van de dieren, leer ik ook beetje bij beetje de organisatie van het asiel beter kennen. Het is een enorm goed werkende organisatie waar het werk nooit stilligt. Elke dag worden dieren naar het asiel gebracht. Sommige dieren zijn gered van de straat, andere worden gebracht door eigenaren die hun huisdier niet langer kunnen verzorgen. Ook zijn er dieren die gered zijn van handelaren die onder dieronwaardige omstandigheden geld aan ze proberen te verdienen. Er zijn dieren die met de meest vreselijke verwondingen in het asiel belanden. Een hond met drie poten is geen uitzondering en voor degenen met een zwakke maag zal ik niet verder in detail treden Gelukkig staat er een professionele en goed georganiseerde medische staf klaar om ze te helpen en er dagelijks voor te zorgen dat elk dier medisch gecontroleerd en verzorgd wordt. Zieke dieren worden apart gehouden van gezonde dieren om besmetting te voorkomen. Alleen topfitte dieren kunnen worden geadopteerd als huisdier, al worden over het algemeen alleen puppies, kittens en jonge konijntjes geadopteerd. Hierbij wordt zoveel mogelijk geprobeerd na te gaan of het aanstaand huisdier wel in goede handen zal belanden. Ook is er drie middagen per week een adoptiestal van People for Animals bij een groot winkelcentrum waar enkele puppies, kittens en eventueel konijnen die klaar zijn voor adoptie een extra kans hebben om een nieuw thuis te krijgen. Andere dieren die niet geadopteerd worden leiden een gelukkig leven in het asiel of worden vrijgelaten indien ze gezond zijn en het niet mogelijk is om ze in het asiel te houden. Denk hierbij aan een adelaar of een uil, twee dieren die de afgelopen week naar het asiel gebracht, verzorgd en weer vrijgelaten zijn om de eerder genoemde reden.

Dagelijks maak ik een gebruikelijke ronde langs verschillende verblijven en controleer op voldoende voedsel en drinken, maak de hokken schoon indien nodig en breng eventueel zieke dieren naar de dokter. In totaal zijn we hier met vier stagiaires; er zijn meer stagiaires die dit project doen maar zij werken met soortgelijke organisaties en dus niet in dit asiel.

Mijn taak is nu om de rest van mijn project uit te werken. We zijn van plan om de dierentuin in Delhi te bezoeken en als het meezit ook nog een of meerdere natuurreservaten. Zo kunnen we een goed beeld krijgen van de meer exotische dieren die India rijk is. Ook wil ik proberen of het mogelijk is om enkele dagen mee te lopen in de zoo om zo met nog meer dieren te kunnen werken. Verder wil ik proberen in contact te komen met het management van People for Animals om zo ook meer te weten te komen met kantoorwerk en de andere kant van de organisatie. Het juiste telefoonnummer heb ik al, het is nu een kwestie van een belletje plegen zodra deze persoon terug is en het oerwoud van doorverwijzingen en onverstaanbare Indische accenten aan de telefoon doorstaan. Ik hoop dat dit alles doorgang kan vinden.

Verder heb ik er hoogstwaarschijnlijk een bijbaantje bij! Via een huisgenoot ben ik gevraagd om leraar Nederlands (je leest het goed) te komen spelen op een talencentrum in de buurt van mijn accommodatie. Het is tot eind juli in totaal 20 uur verspreid over meerdere weken en ik krijg nog betaald ook. Ik ga dit proberen zoveel mogelijk buiten mijn eigen werk om te doen. Volgende week dinsdag heb ik als het goed is aan afspraak met de manager van dit talencentrum om een en ander uit te werken en op zo kort mogelijke termijn te starten. Waarschijnlijk wordt dit al direct de dag erop.

Ook qua reisplannen zit ik niet stil. Afgelopen weekend heb ik een bezoek gebracht aan de plaatsen Jaipur en Udaipur in de provincie Rajasthan. Komend weekend ben ik drie dagen bij een landelijke AIESEC conferentie in Shimla, een bergstadje ten noorden van Delhi tegen de Himalaya aan. Dit schijnt een erg mooie plaats te zijn en de AIESEC conferenties zijn, als ik ze hier moet geloven, legendarisch. Een letterlijk hoogtepunt ga ik zeer waarschijnlijk volgend weekend beleven. Er zijn ver gevorderde plannen voor een trip naar Dharamsala. Dit is de thuishaven van de dalai lama. Deze stad ligt dieper in de Himalaya en vanuit hier is het idee om nog wat dieper de grootste bergketen ter wereld in te trekken. Later meer over mijn reiservaringen.

Er is zoveel te doen en te zien en ik begin me te realiseren dat het (te) hard gaat qua tijd. Ik wil nog een heleboel, maar ik realiseer me ook dat ik elk moment dat ik hier nog heb ontzettend moet koesteren omdat het voorbij zal zijn voordat ik er erg in heb. Gegeven dat ik al bijna halverwege mijn verblijf hier ben, wil ik afsluiten met een voorspelling die rechtstreeks uit Studio Sport had kunnen komen: De tweede helft wordt nog zoveel beter!

Incredible India (2)

India is zoals ik eerder al gezegd heb een veelzijdig land. Ik denk dat in weinig landen de verschillen tussen arm en rijk zo groot zijn en dat ze zo dicht naast elkaar leven. Het is een armoede die in de realiteit ineens vele malen meer confronterend is dan op de televisie. Er zijn zo oneindig veel mensen die zo weinig hebben en die op de meest vreselijke plekken op de meest armoedige wijze moeten rondkomen. Daartegenover staat dat ik als rijke Westerling ook wel enig discomfort ervaar, maar dit op geen enkele manier ook maar enigszins opweegt tegen wat deze mensen moeten doorstaan. Mijn eigen problematiek rondom mijn accommodatie heeft me zeker creatiever gemaakt, maar dat staat in een nogal vreemd perspectief als je weet dat ze even verderop niet eens een dak boven hun hoofd hebben.

Goed, die accommodatie van mij. Er is al veel over gezegd. Eerst leefde ik achter een gordijn en werd me een betere kamer beloofd. Echt verhuist ben ik niet, maar er kwam een plek in een kamer hier vrij waardoor ik daarin ben getrokken. Gelukkig maar, want mijn bank en goede matras waren me al afgenomen. De mentaliteit van de organisatie van de accommodatie hier lijkt op die van een legbatterij: zoveel mogelijk mensen op zo weinig mogelijk plekken en het aantal studenten groeit sneller dan de accommodatie zo lijkt het. AIESEC heeft graag zoveel mogelijk studenten, maar waar ze blijven is af en toe dubieus. Een jongen uit Brazilië die afgelopen donderdag aankwam kreeg is niet opgehaald van het vliegveld en was een aantal dagen ‘zoek'. Ik kende hem via Facebook dus in alle schraalheid ging AIESEC mij vragen of ik wist dat hij was. Een interessant stukje peoplemanagement. Ik mag niet klagen over mijn kamer en nu zelfs de douche gemaakt is ben ik helemaal gelukkig. Inmiddels is de zoekgeraakte Braziliaan het nieuwste slachtoffer achter het niet ijzeren gordijn.

Toch zijn er alledaagse dingen die hier ontbreken, waardoor ik af en toe creatief moet zijn. Allereerst is er geen toiletpapier, want Indiërs vegen hun kont af met hun linkerhand. Voor mij ligt daar toch de grens van integratie en gelukkig heb ik een voorraad bij me. Ik zal echter op zoek moeten naar meer, want zeker gezien hoe mijn darmen er nu aan toe zijn heb ik niet genoeg. Ook iets simpels als een vaatdoekje ontbreekt. Ik had melk geknoeid op tafel; de reden was dat ik hier melk kan kopen in een zak in plaats van een fles en dit dus onmogelijk is om zonder knoeien te schenken. Vervolgens heb ik vervolgens maar een fles water leeggegoten om er nog iets van te maken. Zo is het wel lastig om alles schoon te houden. De keuken is een vuilnisbelt, dus ik drink alles uit flessen en glazen zijn hier niet. Dan was er nog het grappige voorval over het feit dat ik me graag scheer voor een spiegel. Er zijn hier spiegels, er zijn hier stopcontacten maar niet bij elkaar. Laat ik voor mijn scheerapparaat nu net een stopcontact nodig hebben. Gevolg is dat ik van de huisbaas hier toestemming heb gekregen om de spiegel van de muur te halen als ik me wil scheren. Vooralsnog laat ik mijn baard staan. Frappant is ook dat je wanneer je hier iets gedaan wilt krijgen, je dit de huisbaas of een van de managers minimaal drie keer moet vragen. Wanneer ze echter willen dat je de huur betaalt, liggen ze als hongerige wolven op de loer en zijn ze ineens niet meer zo nonchalant. Inmiddels hebben ze het me voor de derde keer gevraagd, dus ik zal maar eens in actie komen. What they give is what they get.

Afgelopen zaterdag ben ik naar Agra geweest met twee huisgenoten en nog twee andere AIESECers. Mijn wekker ging om 3.30u en de trein zou vertrekken om 4.40u. Voor mij was dit mijn eerste confrontatie met echte armoede. Het begint al met het station. Overal liggen mensen en honden. De trein was op onze heenreis een slaaptrein met bedden zo dat was redelijk comfortabel. Treinen in India zijn echter overbevolkt en om de tien seconden komen rumoerige verkopers langs met ‘DJAHIEEEE'. Zo schijnen de spullen die ze bij zich hebben daar te heten. Wanneer je ze ook maar aankijkt, verblijden ze je graag met ik hun complete arsenaal aan eten- en drinkenswaren die menig toerist direct een weekabonnement op een Indisch toilet zouden verschaffen.

Dan het uitzicht. Hoewel de buitenwereld slechts vanachter tralies zichtbaar was, was dit soms ronduit verschrikkelijk. De armoede is gigantisch, er zijn overal mensen op de gekste plaatsen. Langs het spoor, in een weiland, bovenop een vuilnisbelt. Op de meest willekeurige plekken kunnen mensen zitten en vaak leven ze daar ook nog. Het is een compleet andere wereld vergeleken met de rijke, Westers ogende Indiërs die de schone en comfortabele metro's bevolken. Ook de geur is zo nu en dan ondraaglijk. Ik had erover gehoord en ik was ervoor gewaarschuwd, maar als je het meemaakt is het erger dan je denkt. Dan zijn er nog de conducteurs die met geweren rondlopen en nog enige orde in de chaos proberen te bewaren. Uw vervoersbewijs alstublieft...

Aangekomen in Agra worden de verschillen ook meteen duidelijk. Deze kleine stad is duidelijk armer en viezer dan Delhi, op veel plaatsen stinkt het echt enorm. In schril contrast staat dit met de adembenemend mooie Taj Mahal die alle verwachtingen meer dan waarmaakt. Ook het Agra Fort is prachtig en vele malen mooier dan haar tegenhanger in Delhi, het Red Fort. Verder is Agra echter niet veel meer dan een arme, vieze plek en ik ben blij dat we alles in een dag hebben gedaan al was het wel een slijtageslag. Op het station leven ook veel apen, die allerminst te spreken waren over de kiekjes die we van hen maakten. Ze zijn gevaarlijk en ronduit agressief; eentje probeerde ons aan te vallen en het was dat hij de trap waarop we stonden net niet wist te bereiken met zijn sprong: anders waren we flink in de aap gelogeerd. Ook het feit dat de apen over de perrons klauteren verbaast daar niemand.

De terugreis in de laagste klasse was een ware slijtageslag: 3,5 uur ingeklemd op een kuipstoeltje tussen twee forse Indiërs is behoorlijk afzien. Het stelt echter zo weinig voor in vergelijking met de mensen die niet eens met de trein kunnen. De mensen die op het station leven, in de krottenwijken , op het platteland, langs het spoor en op alle andere mogelijke plaatsen die wij als Westerlingen niet zouden kunnen en willen bedenken. Ik ben blij met een goed werkende douche, zij zouden wensen dat ze een douche hadden. Met die dubbele gedachte ben ik teruggekeerd in Delhi, klaar om mijn stage eindelijk echt te beginnen. Ik heb er enorm lang naar uitgekeken en nu is het dan zover. Met veel zin en goede moed ben ik de eerste dagen van mijn stage ingegaan. Vooralsnog maakt het de verwachtingen waar. Er is een hoop te doen en ik weet zeker dat er meer dan genoeg te leren en te ontdekken valt om het tot een voor mij zeer interessant en leerzaam project te maken.

Dan realiseer ik me dat er in India nog zoveel meer te doen is, maar waar te beginnen?

Ik begin in ieder geval hier.

Incredible India (1)

Het is een term die vaak gebruikt wordt om het land in twee woorden samen te vatten: Incredible India. Al na een kleine week moet ik concluderen dat dit klopt. India is werkelijk een ongelooflijk land in zowel de positieve als de negatieve zin. Een blog schiet tekort om te beschrijven wat ik hier allemaal heb meegemaakt de afgelopen dagen. Daarom maak ik er twee waarin beide kanten van de medaille belicht zullen worden. Enerzijds wil ik jullie de schoonheid die Delhi rijk is natuurlijk niet onthouden, maar anderzijds vind ik het ook goed om te delen hoe ik hier regelmatig tegen de lamp loop met de, voor Nederlandse begrippen, meest vanzelfsprekende dingen.

Goed, ik schets het volgende scenario. Je beland midden in een wildvreemde stad in een totaal verschillende cultuur, waar je aanvankelijk de straat niet uit kunt zonder te verdwalen. Al je huisgenoten werken en verder ken je nog niet al te veel mensen. Wat doe je? Helaas is het geen meerkeuzevraag dus ik geef hier meteen mijn antwoord dus als je zelf met een antwoord wilt komen moet je nu niet verder lezen. Afgelopen zondag kreeg ik te horen dat mijn stage pas vrijdag zou beginnen. Ik kreeg nog vier volledig vrije dagen om, zoals dat met een mooi woord heet, te acclimatiseren. Ik besloot om deze vier dagen te gebruiken om eens enorm de toerist te gaan uithangen en zoveel mogelijk interessante plekken te bezoeken. Het was tijd voor actie.
Mede dankzij de twee reisgidsen die ik in Nederland heb gekocht en mensen die me hier op weg hebben geholpen, heb ik in enkele dagen geleerd mijn weg te vinden in Delhi (zet dus maar uit je hoofd dat er een ‘Verdwaalavontuur deel 2' komt). Er zijn een aantal vervoersmiddelen om je door de stad te verplaatsen. Voor de langere afstanden binnen de stad is de metro verreweg het geschiktst. De metro hier is snel, schoon, betrouwbaar, veilig, goedkoop en koel. Bewonderenswaardig is het tempo waarin het metronet hier uit de grond wordt gestampt. Sinds 2002 is de bouw van het metronet begonnen en nog altijd schieten nieuwe stations, uitbreidingen van bestaande metrolijnen en compleet nieuwe metrolijnen als paddenstoelen uit de grond. Ik heb een reisgids die ongeveer twee jaar oud is en de metrokaart die daarin staat is alweer behoorlijk gedateerd. Het is een ontwikkelingstempo waar ze in Amsterdam een hoop van zouden kunnen leren. Daar is jaren gebakkeleid over de uitbreiding van de Amstelveenlijn met drie (!) stations en over het debacle van de Noordzuidlijn zal ik het maar helemaal niet hebben. Voor zover ik weet, zijn verzakkingen als gevolg van het graven van metrotunnels hier nog niet aan de orde van de dag. Ook is hier een soort OV chipkaart die werkt. Je koopt deze kaart voor slechts 100 rupees (1.50 euro) met een saldo van 50 rupees en het scheelt een hoop wachten voor loketten om een kaartje te kopen. Je checkt in en uit op de verschillende stations met je kaart en het saldo wordt van de kaart afgehaald. 50 rupees is genoeg om de halve stad rond te reizen, als vuistregel geldt ongeveer 2 rupees per station. Aan het eind van mijn verblijf hier kan ik de kaart inleveren en krijg ik het resterende saldo terug: ideaal.

Voor korte afstanden is de rickshaw (taxi) een goede optie. Ze rijden overal en kunnen je snel naar een plek brengen die je zelf toch niet weet te vinden, aangezien je zelf de weg niet kent en de weg vragen een kansloze expeditie is (zie vorige blog). Er zijn zowel fietsrickshaws als autorickshaws, hoewel die laatste niet veel meer zijn dan overkapte motorfietsen. De fietsrickshaws zijn het goedkoopst en worden bestuurd door de armste Indiërs. Ook zijn ze in bepaalde delen van de stad verbannen, waarschijnlijk om een beter straatbeeld te geven. In principe ga ik niet met ze in onderhandeling om het bedrag dat ze vragen en geef ik fooi. De autorickshaws hebben het aanzienlijk beter met een voortdurende klantenstroom en zijn wat duurder. Vaak proberen ze toeristen veel meer te laten betalen dan de werkelijke prijs. Daarom spreek ik van tevoren altijd een bedrag af en probeer ik ook af te dingen als het even kan. De concurrentie is zo groot dat bij een onredelijk bedrag de volgende al klaar staat om je mee te nemen, dus vaak gaat de bestuurder alsnog akkoord.

Zo heb ik me de afgelopen dagen door de stad verplaatst, altijd in gezelschap. De volgende plaatsen heb ik bezocht:

Humayun's Tomb: Een enorm mausoleum omgeven door tuinen gewijd aan koning Humayun uit de 16e eeuw, gelegen in Oost Delhi. Op onze weg ernaartoe hadden mijn Russische reisgenoten (die tevens vrij waren) en ik wat problemen om de juiste weg te vinden. We ontmoetten een erg aardige Indiër die ons aanvankelijk de weg wist te wijzen (ze bestaan toch!), vervolgens meeliep en uiteindelijk de hele dag met ons opgetrokken is. Dit was een erg leuke ervaring en Vikas heeft ons die dag echt wegwijs gemaakt in Delhi. Humayun's Tomb is een indrukwekkend bouwwerk en wat mij betreft een prima warming-up voor het enige echte wereldwonder dat India rijk is: de Taj Mahal.

India Gate: hier ben ik met Ishita naartoe geweest, een vriendin van Achal die me samen met hem heeft afgehaald bij mijn aankomst in Delhi. India Gate is een triomfboog gewijd aan gesneuvelde Indische soldaten. De vergelijking met de Arc de Triomph is sterk. Er is een enorm lange rechte weg die naar de grotere poort en de kleinere die er perfect symmetrisch achter ligt leidt. Je kunt om de streng bewaakte poort heenlopen en eronder brand een eeuwige vlam. Ik waande me hier toch even in Parijs, ware het niet dat veel mensen daar een ander kleurtje hebben.

Qutub Minar: een nooit voltooid Islamitisch fort in opdracht van een koning die stierf voordat het voltooid kon worden. Net als bij veel Griekse en Romeinse overblijfselen het geval is, kun je hier vrij doorheen lopen in een schoon en rustig stukje Delhi.

Gandhi Smriti: De plek waar Mahatma Gandhi is vermoord, gelegen in een van de welvarendste delen van Delhi met ambassades en regeringsgebouwen in de buurt. Er is hier een museum gewijd aan de Indische vader des vaderlands met vele afbeeldingen, uitspraken en andere attributen die bijdragen aan zijn nagedachtenis. Het gebied is een indrukwekkend eerbetoon en een bijzonder inspirerende belevenis. Ook kun je letterlijk in zijn laatste voetsporen treden: met voetstappen is zijn laatste wandeling naar de plek waar hij neergeschoten aangegeven.

Lodi Gardens: Opnieuw een mooi stukje natuur midden in Delhi, waar ook enkele bijzondere bouwwerken te vinden zijn. Hier heb ik tevens voor het eerst een Indische hond bevriend, nog voor mijn stage begonnen is. Zeer waarschijnlijk hoorde deze hond bij het park aangezien we zijn ‘baas' (waarschijnlijk de parkwachter) ook gezien hebben. Desondanks waren vier toeristen op dat moment veel interessanter voor hem. Ook grappig waren enkele mensen die warming-up oefeningen deden midden in het park. Schaamteloos als ik ben kon ik het niet laten er eentje te filmen. Dat wordt lachen als ik thuis ben, het is wel van veraf en van achteren gefilmd want uiteraard respecteer ik iemands privacy.

Veel toeristische trekpleisters zijn gratis of tegen een kleine vergoeding te bezichtigen. Althans, als je een Indiër bent. Waar je als Indiër voor 10 rupees (0.15 euro) Humayun's Tomb binnen mag, kost dit voor een buitenlander maar liefst 250 rupees (bijna 4 euro). Aangezien ik er niet bijzonder Indisch uitzie, leg ik de volle mep maar neer. Oké, dit is niet extreem duur en onder het mom van 'ik ben er nu toch' ga je dus naar binnen. Het is typerend voor de Indische manier van zakendoen en hun houding naar toeristen: Indiërs zijn niet te beroerd om toeristen van hun geld af te helpen. Ik ben niet te beroerd om toerist te spelen en dat zal nog wel even zo blijven. Zojuist heb ik te horen gekregen dat ik zondag mag beginnen met werken en is er wat meer bekend geworden over mijn werktijden. Geduld is een schone zaak, zeker als je in het vervuilde en chaotische Delhi woont. Wordt vervolgd.

Wennen en Verkennen

Voor mij geldt nu dat het deze eerste dagen vooral wennen en verkennen is. Dat wennen komt wel goed, maar dat verkennen had nog enige voet in de aarde. Op mijn eerste dag ben ik er twee keer op uitgetrokken en tweemaal verdwaald. De eerste keer dacht ik gezellig een blokje om te lopen toen ik de weg kwijtraakte en vervolgens datzelfde blokje maar precies diezelfde weg ben gaan teruglopen om niet te verdwalen. De tweede keer was nog een stuk ernstiger. Ik was aanvankelijk met een Russische huisgenoot (bij mij in huis woont een Russisch echtpaar) naar de markt hier om de hoek gegaan toen ik een bericht van Achal kreeg dat hij bij mijn appartement was. Ik ging dus alleen terug omdat mijn huisgenoot (Artem) nog wat spullen moest kopen. Op de een of andere manier liep ik verkeerd. Ik was opnieuw verdwaald. Ik had geen idee waar ik was en wist ook de naam van de accommodatie niet. Teruglopen had geen zin, want ik wist niet hoe ik gekomen was omdat ik al pratende niet op de route had gelet. Ik was de Indische sigaar al weet ik niet of Indiërs veel sigaren roken. Achal kon niet wachten want hij had een andere afspraak maar hij had me het adres van de accommodatie gesmst. Ik dacht dus wel even de weg te vragen en dan thuis te komen. No way, letterlijk. Indiërs kunnen je NIET de weg wijzen. Oké, er zijn een paar uitzonderingen maar het gros stuurt je maar ergens heen omdat ze niet willen toegeven dat ze het zelf niet weten. Ik werd dan weer naar links en dan weer naar rechts gestuurd en vaak in tegenovergestelde richting. Zelfs de rickshaws (fietstaxi's) die ik twee keer heb gepakt brachten me niet terug naar huis. Ik moet zeggen dat ik redelijk wanhopig begon te worden. Ik had het gevoel het hele gebied al te hebben afgelopen waar alles hetzelfde leek, maar mijn huis was onvindbaar. Het leek wel van de aardbodem verdwenen. Uiteindelijk ontmoette ik een Indiër, als ik het goed onthouden heb heette hij Nand, die echt ongelooflijk aardig was en me uit de brand wilde helpen. Het gevolg was dat we toen met twee personen liepen die de weg niet wisten. Gelukkig sprak hij Hindi dus het vragen van de weg ging al wat soepeler. Na verloop van tijd en enkele telefoontjes tussen Nand en Achal vonden we zelfs het adres. Toen bleek dat dit adres niet bij mijn accommodatie hoorde, ik had het verkeerde adres gekregen. Gelukkig had Achal de huisbaas al gebeld om me op te halen bij de bioscoop waar ik op dat moment stond. Uiteindelijk kwam ik dus toch nog thuis, maar ik wist dat ik pas weer naar buiten zou gaan als ik de omgeving beter kende.

De volgende twee dagen ben ik echter een stuk beter op gang gekomen. Ik weet nu inmiddels het adres en enkele herkenningspunten hier in de buurt waarnaar ik altijd een rickshaw kan pakken om dan vervolgens het laatste stukje te lopen. Deze rickshaws zijn een waar spel van afdingen en je niet laten afzetten zonder de bestuurder daadwerkelijk tekort te doen. Ik moet zeggen dat ik hier al aardig bedreven in begin te raken. Maar goed, het werd voor mij dus tijd om de wijde wereld in te trekken, mede omdat mijn stage pas vrijdag begint. Ik heb vanaf nu dus nog vier dagen om de toerist uit te hangen, hoewel ik daarna natuurlijk ook wel vrije tijd zal hebben. Gisteren ben ik met Achal en twee Russische meisjes (Catarina en Lena) die vrijdag zijn aangekomen naar een enorm winkelcentrum geweest waarbij elke Nederlands winkelcentrum dat ik herkend verbleekt. Ik denk dat het een van de meest welvarendste delen van Delhi is hoewel ertegenover de mensen gewoon weer langs de straat zitten. Het contrast is en blijft gigantisch. Tijdens onze autorit zijn we volop straatverkopers tegengekomen, een fenomeen waarmee ik op zich wel bekend ben van eerdere vakanties. Wonderbaarlijk vond ik het echter dat deze niet over het strand lopen of me in restaurants houten paarden proberen aan te smeren, maar dat ze letterlijk op de snelweg tussen de auto's en rijstroken doorwandelen. In Nederland moet ik de eerste straatverkoper die midden op de A2 Winnie de Poeh knuffels verkoopt nog tegenkomen. Het geeft de chaos van New Delhi weer eens goed weer.

Vandaag ben ik met Catarina en Lena naar twee tempels geweest. Allereerst zijn we naar de Lotus tempel geweest, een tempel die niet verrassend de vorm van een lotus heeft. Deze tempel is omgeven door een afgesloten terrein met een enorm mooie tuin, maar buiten het hek begint een sloppenwijk. De Lotus tempel is een tempel van het zogeheten Bahai geloof, vernoemt naar de stichter, wat stelt dat alle wereldgodsdiensten boodschappers zijn van dezelfde God die in contact geweest is met deze boodschappers (Christus, Mohammed, Mozes, Buddah etc.). Ook zijn we bij de nabijgelegen Iskon tempel geweest. Ook dit was een bijzondere en mooie ervaring. Deze tempel vertegenwoordigt geen religie, maar een spirituele stroming. We hebben een tijdje met een man gepraat die waarschijnlijk een van de managers daar is; we mochten zelfs mee naar zijn kantoor waar hij allerlei interessante gratis boekjes had. Ook bleek hij prima Russisch te spreken omdat hij daar gewerkt heeft, iets dat voor mijn reisgenoten natuurlijk een leuke verrassing bleek te zijn.

De komende dagen ga ik nog meer van Delhi verkennen, alleen of al dan niet met mensen die niet hoeven te werken. Verder is er nog goed nieuws over het weer: de moesson is begonnen wat betekent dat het hier nu ongeveer 10 graden is afgekoeld. Ik gok dat het hier nu rond de 30 graden is, terwijl het niet constant regent. Ik moet zeggen dat ik nog nooit zo blij ben geweest met regen wat voor haast iedereen hier als een verlossing komt. Na regen komt natuurlijk ook weer zonneschijn, die hier nu gelukkig wat minder warm is.